Dat het bouwen van replica’s kon uitgroeien tot een erkend specialisme, had niemand gedacht tijdens de bouw van de Batavia in Lelystad eind jaren tachtig. Toen werkte Kees Sars daar als leerling van de befaamde scheepsbouwmeester Willem Vos. Nu weet hij alles van eikenhout en is hij de bekendste scheepstimmerman van Nederland. Hij bouwde zoetjes aan een hele reeks van replica’s. Na de Batavia, volgden het Archeon met het Romeinse vrachtschip ‘Zwammerdam’, de Kamper Kogge, het Utrechts Statenjacht, de Palingaak in Heeg en nu dan de achttien meter lange Millingse Liburna, waar zijn Utrechtse bedrijf Sars Houtbouw met ‘de hamer’ zwaait. Het betreft een replica van een Romeinse patrouilleboot. In de Romeinse tijd zou het rond Millingen bij de scheiding van Rijn en Waal gebarsten hebben van de Romeinse nederzettingen, waartussen de Liburna als vroege ‘watertaxi’ heen en weer voer. Op de boeg van het oorspronkelijke schip zat een soort stormram om een te opdringerig Germaans schip naar de bodem te helpen. Die wordt overgeslagen. En naarmate de bouw vorderde, heeft het voortschrijdend inzicht van de archeologen er verder toe geleid, dat de veertien roeiers zijn geschrapt. “Waarschijnlijk is het schip hier vooral voor transport gebruikt, en zeilde het toen”. Dat scheelt Sars de roeibanken en een dichtgetimmerd dek. Bijkomstig voordeel is ook, dat het zo gemakkelijker wordt om passagiers mee te nemen. Het leerwerkproject van de Millingse Liburna ter waarde van drie ton (waarvan 250.000 betaald door de provincie en 50.000 door de gemeente) moet dit najaar af zijn, en een toeristische attractie worden.
Honda Marine Magazine #15
5 april 2024
