Met het zeilen op ruime koersen, als de wind van achter komt, kunnen de mooie bolle zeilen omhoog. De gennaker en de spinnaker. Wat zijn dit voor zeilen en waarom worden ze alleen op deze koersen gehesen? En wat is het voordeel van een parasailor?
In deze serie over nieuwe zeilen hebben we het gehad over het grootzeil, alles over de fok besproken en zijn we extra in gegaan op de voor en nadelen van de rolfok. Intussen vragen lezers of er ook nog een artikel komt over de spinnaker en de gennaker, bolle voorzeilen die kunnen worden gehesen op de rakken dat de wind van achter komt. Natuurlijk!
Wat is een gennaker?
Gennakers en spinnakers zijn de gekleurde bolle zeilen van zacht doek die je hijst als de wind van achter komt. Een gennaker werkt bijna hetzelfde als een fok. Hij zit vast op de boeg en aan de top van de mast. Het grote verschil is dat de fok wel vast zit aan de voorstag maar een gennaker niet. Het voorlijk van de gennaker is vaak langer dan de voorstag. Daardoor komt de voorkant van het zeil bol te staan. Zou je aan de wind gaan zeilen met een gennaker, dus schuin tegen de wind in, dan zou het zeil alleen maar klapperen en negatief bijdragen aan de voorstuwing van de boot. Daarom hijsen we dit zeil alleen als de wind van achter komt. Dan bolt het voorlijk mooi op en vangt zo extra wind.
Waarom een extra zeil zetten?
Laten we iets dieper duiken in de vraag waarom we een extra zeil zetten als de wind van achter komt. Zoals uitgelegd in het artikel over de fok stroomt de wind langs de zeilen. Tussen grootzeil en fok heb je de spleetwerking waarbij de stromende lucht wordt samengeperst en voor flink wat extra stuwkracht zorgt, je zeilt harder. Van die stromende lucht wil je zo veel mogelijk gebruik maken. Op een aandewindse koers kan dat prima, en ook halvewinds, als de windhoek 90 graden is (wind van opzij), werkt dit goed. Varen we nu op een koers waarbij de wind van achter komt, dan lukt het niet meer om zo’n windstroom rond de zeilen te creëren. Het enige dat er nu nog gebeurt is dat de wind duwt tegen de zeilen. Daarom gaat het nu niet meer om een zo mooi mogelijke vleugelvorm of een perfecte spleetwerking tussen grootzeil en fok. Om sneller te gaan wil je op de ruime koers gewoon zo veel mogelijk wind vangen met zo veel mogelijk zeiloppervlak. Dus staat de giek wijduit en zou je de fok het liefst met een boom naar de andere kant uit zetten. Een manier om nog meer wind te vangen is om een gennaker of een spinnaker te hijsen.
Wat is het verschil tussen een gennaker en een spinnaker?
Over de gennaker vertelde we al dat die vast zit aan de boeg en aan de top van de mast. Om meer wind te vangen wordt de gennaker het liefst nog op een boegspriet wat verder voor de boot gehesen. Een spinnaker is niet bevestigd op de boeg of op een boegspriet, het zeil hangt aan de onderkant helemaal los. Alleen bovenin de mast is de spinnaker heeft de spinnaker een vast punt. Om het zeil maximaal te benutten wordt een spinnakerboom gebruikt. De spinnakerboom zit vast aan de mast en wordt met een extra val horizontaal gehouden. Het schootoog van de spinnaker wordt met de spinnakerboom maximaal naast de boot getrokken om zo veel mogelijk wind in het zeil te kunnen vangen. Net als bij de gennaker wordt de andere hoek bediend met een schoot vanuit de kuip.
Hijsen en strijken
Het hijsen van een spinnaker is iets ingewikkelder dan bij een gennaker, omdat er twee losse hoeken zijn in plaats van eentje. Met een beetje oefening is dit prima te doen, zeker met meerdere bemanningsleden aan boord. Het strijken van beide zeilen vergt ook wat extra aandacht, je wilt voorkomen dat het doek toch nog wind vangt, terwijl jij de schoot of het zeil zelf in je hand hebt. Meestal wint dan de wind en moet het zeil laten schieten met het risico dat het in het water belandt.
Om het hijsen en strijken makkelijker te maken wordt ook vaak een slurf gebruikt. Het zeil zit in een hele lange zak die in z’n geheel wordt gehesen. Dat kan al voordat de ruime koers wordt ingezet. OM het zeil te zetten wordt de slurf omhoog getrokken. Zodra het zeil opbolt helpt de wind vaak een handje en schiet de slurf uit zichzelf naar de top van de mast. Wil je het zeil strijken, dan gaat het eerst in de zak. Onderaan de slurf zit een gladde trechter die over het zeil wordt getrokken. Zit het doek in de slurf dan is het neerhalen van de slurf een fluitje van een cent.
Parasailor
Een gennaker en een spinnaker zijn grote zeilen van zacht doek die in de juiste stand moeten worden getrimd om maximaal effectief te zijn. Staat het zeil verkeerd, dan gaat het klapperen. Omdat de zeilen zo groot zijn gaat dat klapperen soms met flink wat geweld. Er is ook een variant met een stuk meer bedieningsgemak, dat is de parasailor. Dit is een spinnaker met een kleine ingebouwde parachute. Midden in het zeil is een gat over de volle breedte van het zeil. De wind die daar doorheen stroomt, komt in een aangenaaide parachute. Deze parachute is zo ontworpen dat die het zeil heel veel stevigheid en stabiliteit geeft. Het verlies door het gat is minimaal. Een parasailor is wel wat duurder dan een gewone spinnaker maar het zeil werkt zo goed dat oceaan-zeilers soms rustig gaan slapen met dit zeil omhoog, terwijl dat met een gennaker of een spinnaker echt niet zou kunnen.
Dit bericht is geschreven door Klaas Wiersma, onafhankelijk watersport journalist voor Nauticlink. Wil je reageren op dit bericht? Laat hieronder een reactie achter of stuur Klaas Wiersma een e-mail via nieuwsdienst@nauticlink.com of contact hem via linkedin