Informatie voor de watersporter

Het Mare Liberum gevoel van het vrije water

Na Amsterdam en Weesp (die laatste valt tegenwoordig ook onder Amsterdam), het Grevelingenmeer, en De Vlaamse Vaarweg, koerst de gemeente Drimmelen nu ook af op het belasten van het varen en afmeren in de Biesbosch. De nieuwe lokale vaarbelasting zal de bootbezitter 50 euro per jaar kosten. Passanten en kanovaarders zijn vijf euro per dag kwijt. De regeling moet komend seizoen ingaan, maar in eerste instantie als ‘pilot’ op vrijwillige basis (net als de Friese Marrekrite). Is er sprake van een trend, die een eind maakt aan de Hollandse ‘vrijheid op het water’?

Hugo de Groot bedacht zijn Mare Liberum (de ‘vrije zee’) in 1609 en schreef deze in het Latijns op. De Hollandse jurist deed dit op verzoek van de Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC). Die had er belang bij om de kaping te rechtvaardigen van een Portugees schip vol zijde, kruiden en Chinees porcelein door admiraal Jacob van Heemskerk. Na aanvankelijk geharrewar met de Engelsen is het idee dat de open zee aan geen enkel land toebehoort uiteindelijk tot op de dag van vandaag wereldwijd geaccepteerd. De laatste jaren wordt in de race om mineralen en de diepzeemijnbouw de discussie rond het zeerecht en de ‘vrije zee’ na zo’n 500 jaar wel weer actueel.

Maar goed, als binnenwater- en brakke buitenwater-toeristen hebben we hier natuurlijk maar weinig mee te maken. Nu ja, weinig… Toch iets meer dan dat. Want wanneer we ‘de trossen losgooien’ wint dat vrije-zee-gevoel het toch steeds weer van de werkelijkheid. Ook al zijn die trossen maar landvasten van een paar millimeter dikte. En al varen we met z’n allen hoe langer hoe meer langs stedelijk gebied, dan nog begint ons zeerovershart te kloppen zodra we op het water zijn. Zelfs als dat water niet meer dan een flinke sloot is. Het is het Mare Liberum gevoel van vrijheid dat het varen zo aantrekkelijk maakt. Alsof elk water van niets en niemand is. Laten we het houden op een ‘cultuur-dingetje’.

Tegelijkertijd wringt dat gevoel van vrijheid nogal met de extra regels en al het aanleg-comfort dat elke vaartaks meent te moeten bieden. Sterker nog, dat steigergemak – soms op de gekste plaatsen – wordt juist aangevoerd als reden voor de invoer van zo’n lokale vaarbelasting. Hebben we ooit om gemeubileerd vaarwater gevraagd? Of zijn het maar bedenksels van overheden en slimme ondernemers om ons geld uit de zakken te kloppen? “We bepalen immers zelf wel waar we willen aanmeren of overnachten…” De vrijheid waaraan we zo gehecht zijn, verdraagt helemaal geen voor-geprogrammeerd vaarwater. Improviseren is onze lol. Watersporters zitten niet te wachten op een Disneyland-ervaring ten koste van het ‘Mare Liberum’ dat in hun hoofd klotst.

Dat we collectief moeten betalen voor het in stand houden van onze vaarwegen valt nog te billijken. Ten slotte bestaat er ook een wegenbelasting. En de kosten van het vaarwegonderhoud omslaan over de gemiddelde Nederlander zou ook niet eerlijk zijn. Maar moeten meebetalen aan de degradatie van ongerepte natuur tot ingericht landschapspark stuit mij tegen de borst. Niemand zit te wachten op steigermeubilair of picknicktafels op plaatsen, waar je deze helemaal niet wilt zien.


Als betaalde toegang tot de Biesbosch op termijn gaat leiden tot een volledig ingericht landschapspark voor bootjebezitters, is er toch sprake van verlies. Wellicht goed bedoeld en ‘noodzakelijk’, maar dat soort georganiseerde recreatie knabbelt onwillekeurig aan dat gevoel van vrijheid, dat we op het water nog hopen te vinden. Natuurlijk is de Biesbosch géén Mare Liberum, maar op een of andere manier blijft Hugo de Groot ons in de genen zitten. Daar kun je niet aan voorbij gaan.

Met vriendelijke groet,
Bert Kuijpers,
Opstapper van Nauticlink

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang wekelijks ons watersportnieuws-overzicht