Informatie voor de watersporter

Het Succes Van No Limit Ships Van Twee Markten Thuis

Je komt het niet vaak tegen – en misschien wel nooit – een werf die echt één ontwerp bouwt voor zowel de pleziervaart als voor de beroepsmarkt. Het is de Groninger werf ‘No Limit Ships’ volgens één van de huidige eigenaren Albert Keizer eigenlijk ook maar overkomen. Organisch zo gegroeid. In 1999 startten Piet Wierenga en Evert Stel (zie ‘Net Ontdekt‘ juni 2004) met de bouw van een boot “die net als de reddingsboten op de Waddeneilanden altijd kon varen”. Simpel voorgesteld zit de truc in een V-bodem over de hele romplengte en genoeg motorvermogen om de snelheid erin te brengen. “Maar toen we het ontwerp lieten bekijken door MARIN in Wageningen, kregen we het antwoord, dat ‘schroeven in tunnels’ écht niet konden…”. Afijn, de boot kwam er dankzij ‘trial and error’ toch, viel daar in Groningen op en werd door de GasUnie gevraagd als wachtschip voor een klus op de Eems. En zo kon Rijkswaterstaat vaststellen, dat “het de boot was, die bij slecht weer het laatst naar binnen ging.” Ontstond de afgelopen tien jaar een kringetje dat steeds groter werd. Want wat bleek? Het vaartuig is dankzij zijn rustige ligging en besturing ook uitstekend geschikt voor bodemonderzoek en hydrografische doeleinden. Nu varen de boten van No Limit Ships voor baggermaatschappijen als Jan de Nul en Van Oord over heel de wereld, voor de overheid in Zweden en voor het ‘surveybedrijf’ GeoPlus tot in Abu Dabi en Noord-West Siberië aan toe. En zo’n zelfde boot levert No Limit Ships dus ook aan de hobbyvaarder met gevulde portemonnee. U moet wel denken aan minimaal ruim 1,2 miljoen, plus wat diesel om te verstoken. In de kleinste 16.40 past tenslotte ook nog 4000 liter. Maar dan heeft u ook het summum van stoer en veilig, en kunt u een stormpje trotseren.

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang wekelijks ons watersportnieuws-overzicht