Informatie voor de watersporter

De Prijs van de Medaille Rijst de Pan uit

Wie in het seizoen op zondagochtend vanuit Muiden noordwaarts vaart, maakt een goede kans een wedstrijdveld te moeten kruisen. Het veld is afkomstig uit Marina Muiderzand. Schippers-etiquetten verlangen het veld niet te hinderen. Voor dat laatste krijg je de kans niet eens. Want wie maar even op ramkoers dreigt te komen met een deelnemer, wordt zowat bedreigd met de dood. Luidkeels met grote gebaren of door zo’n vastberaden koers van de schipper, dat je ‘m omwille van ‘goed zeemanschap’ eigenlijk automatisch voorrang geeft. U begrijpt het goed. Hier schrijft een toerzeiler. Zelfs het trimmen van zeilen is niet aan mij besteed. Ja, het hoogst noodzakelijke. Toch vaar ik juist om de belevenis van het zeilen.

Bij wedstrijdzeilers ligt dat anders. Die varen vooral om te winnen. Aangejaagd door ouders, Watersportverbond, overheid, elkaar en NOC*NSF, die in hun kielzog slechts zoveel mogelijk medailles willen tellen. Onduidelijk wie wie nu gek maakt. Het is een bijzondere handel in trots, ego, prestaties en baantjes. Tot zover niets aan de hand. Maar de bedragen, die erin om gaan, dreigen meer en meer uit de hand te lopen. Net de gezondheidszorg! In de Volkskrant legt manager topzeilen van het Watersportverbond Hessel Evertse uit, dat de drie wereldtitels (470 vrouwen, Sonar en 2.4 mR) in 2010 samen 3,9 miljoen euro aan ‘topzeilen en talentprogramma’s’ hebben gekost.

Ruim een miljoen euro per titel! En dat moet in het voorolympisch jaar 2011 groeien naar een budget van 5,3 miljoen. “Er blijft geen geld over om breed te blijven investeren in andere dan de acht topklassen…” De financiering van het peperdure topzeilen middels sponsoring, gemeenschapsgelden en bijdragen van de verenigingen, dreigt in toenemende mate ten koste te gaan van de breedtesport. (Evertse: “Ook het Verbond is om meer geld gevraagd…”) De topsportmanager van het Verbond is een risico-ondernemer, die zijn zaken en zichzelf voor een niet onbelangrijk deel financiert met gemeenschapsgelden. Dan vraag je je in deze barre tijden van kordate overheidsbezuinigingen toch af, of ‘zieken en zwakken’ wellicht niet eerder aan de beurt zijn.

Onlangs meldde het Watersportverbond trots, dat naast het nieuwe Haagse Internationaal Topzeilcentrum nu ook het nog nieuwere ‘InnoSportLab zeilen Den Haag’ een Europese subsidie van bijna twee miljoen euro heeft binnengehaald. Kwestie van rijk rekenen, want uiteindelijk komt ook dat geld uit onze eigen portemonnee. Roept het persbericht van het Verbond: “Voor meer medailles, meer toepassing van kennis, en meer business”. Meer business? Een opmerkelijke doelstelling van een sportverbond. Universiteiten en Hoge Scholen eten graag mee uit de ruif van het InnoSport-geld, maar het is de vraag of een sportverbond wel de beste trechter is voor ‘wetenschappelijk onderzoek’.

Kortom, staan de hoge kosten van de olympische zeilbusiness nog wel in verhouding tot die paar zeilmedailles, waarvan er toch al zoveel zijn? De olympische missie lijkt een beetje door te slaan. Een jaar vooraf ‘WK’tje-oefenen’ in het Australische Perth met veertig man en een container vol boten, is een must, maar aan die container bungelt wel een prijskaartje van 100.000 euro. En de huur van een ‘onmisbaar’ steigertje in de olympische zeilhaven van Weymouth komt op 67.000 euro. Uit maatschappelijke overweging zou ik dan toch eerder kiezen voor het ‘Inno-Rollator-Lab‘. ‘k Ben tenslotte ook de jongste niet meer! Begrijpt u wel?

Zeilen is tenslotte gewoon een spelletje. Moet het Watersportverbond zich niet meer beperken tot het optimaal behartigen van de belangen van al die aangesloten verenigingen, door niet alleen een kernploeg, maar juist zoveel mogelijk mensen een beetje leuk te laten zeilen? Een watersportverbond met olympische carrière managers die over de rug van topsporters de zeilsport ‘ontleuken’, kan toch ook niet de bedoeling zijn. Maar het gebeurt wel. Kernploegzeilster Renée Groeneveld heeft het in De Telegraaf helemaal gehad met al die medaille-strategieën ‘ten koste van alles’ en heeft alle vertrouwen in de technische staf van het Verbond verloren.

Maar zoals ik al zei, ik ben eerder een gezapig toertype en heb het niet zo op dat al te fanate wedstrijdgeweld. Misschien komt het daardoor.

Met vriendelijke groet,

Bert Kuijpers,
schipper van Nauticlink

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang wekelijks ons watersportnieuws-overzicht