Informatie voor de watersporter

Ongelimiteerde inzet KNRM gaat ten koste van commerciële bergers én redders

De knuppel in het hoenderhok. ‘Want aan de KNRM moet je niet komen…’ Daarom vooraf maar even alle lof voor de KNRM, haar vrijwilligers, haar inzet, haar organisatie, het perfecte materiaal, haar betrouwbaarheid, kortom haar totale aanwezigheid. Daarmee kan ik niemand vergeten zijn. Welke watersporter wil niet doeltreffend losgetrokken, gesleept en gered worden? Want dat doet de KNRM tenslotte allemaal voor nop. Om dit alles zijn we dol op de KNRM. Maar of die nu heilig is…

Want we weten met z’n allen deksels goed, dat er ook wel eens een niet-gratis berger als eerste bij de ‘de boot in nood’ aankomt. Zoals deze maand nog het geval was bij Lauwersoog, waar de commerciële berger Bos Marine Services adequate hulp heeft geboden. Alles volgens het convenant met de KNRM dat deze berger in 2012 tekende. Maar in een ander geval wil de strijd om de sleep regelmatig leiden tot tenenkrommende situaties. Hiermee rijst de vraag, of deze watersporter zich ook verzet zou hebben tegen de commerciële redder, wanneer hij op het punt van verdrinken gestaan zou hebben. Of wanneer het water zijn kaartentafel al had bereikt…

Gelukkig zijn er daarom nog steeds commerciële partijen, die met succes in het gat springen, dat zelfs de KNRM soms moet laten vallen. Dat zijn bijvoorbeeld rederij Noordgat op Terschelling, Bos Marine Services in Lauwersoog of voor het Markermeer Lima Delta Safety in Edam. Overigens heb je daarnaast op het Gooimeer, Eemmeer en het zuidelijk Markermeer ook nog het ideële HOGE en voor het binnenwater de ‘hulp-op-het-water-wegenwacht‘ van de Botenwacht. De eerste drie vallen plat gezegd onder de noemer van ‘premiejagers’, de laatste twee zijn een semi-professionele vrijwillige reddingbrigade van liefhebbers en een soort verzekering van directe hulp. Maar let op: ook de KNRM valt volgens haar concurrenten in feite onder de premiejagers…

Dat laatste lezen we tenminste in het artikel ‘Premiejagers op zoet water‘, dat afgelopen 17 september in het Noordhollands Dagblad stond. Daarin beweert de niet geheel onpartijdige (..) vertegenwoordiger van Lima Delta Safety, dat “de KNRM van grote verzekeraars donaties op basis van het aantal reddingen zou krijgen.” Klinkt mij niet als onlogisch en onredelijk in de oren, omdat de KNRM voor onze verzekeraars een partij is die ‘de prijs laag weet te houden’. En dat kan de KNRM dankzij de unieke organisatie van vrijwilligers, haar imago en wijze van ‘fund raising’. Ook al is de KNRM de laatste decennia meer en meer een gewoon bedrijf geworden, dat in de strijd om legaten en donateurs keihard moet concurreren met andere professionele ‘goede doelen’ clubs.

In beginsel bestaat de KNRM om mensenlevens te redden. Daar kan niemand tegen zijn. Maar inmiddels doen we zodra het even tegenzit massaal een beroep op de KNRM. En ze komen nog ook. Alsof we voor de minste lekkage of gebroken dakpan de brandweer kunnen bellen. Waarom ze toch uitvaren, wanneer er geen onmiddellijk levensgevaar is? Omdat de KNRM ook graag levensgevaar wil voorkomen. Iedereen weet dat op het water een onbetekenend incidentje ook het begin kan zijn van een keten van gebeurtenissen, die eindigt in een ramp. Maar toch niet per definitie. Op een mooie dag een plezierjacht van een plaat trekken of met kapotte motor naar een haven slepen, is natuurlijk iets anders dan een onbestuurbaar jacht uit een geul vol beroepsvaart halen, of hulp bieden bij windkracht 10.

Tot ons aller genoegen voert de KNRM talloze acties gratis uit, die anders ten deel zouden vallen aan beroepsbergers. Ja, hulp door een beroepsredder geeft gedoe, een papierwinkel en een mogelijk verlies van no-claim. Maar je moet je toch afvragen of al die KNRM-sleperijtjes na lijnen in de schroef, vuil in de diesel, onschuldige strandingen, en niet-zeewaardige bemanningen wel bij die organisatie thuishoren. Tenzij de KNRM inderdaad het tooltje van de verzekeringsmaatschappijen blijkt te zijn om de kosten (en wie weet: onze premie…!) laag te houden. In dat geval zou je als KNRM-donateur ook indirect de verzekeringsmaatschappijen sponsoren. Ook niets op tegen, maar je zou wel willen weten, hoe dat nu precies zit. Want de voorkeurspositie, die we de KNRM graag geven bij simpel bergings- en sleepwerk, kan op andere momenten ook tot een gebrek aan hulp leiden. Er schuilt immers altijd gevaar in het afhankelijk raken van een monopolist.

Zonder de zekerheid van de KNRM zou menig schipper wegblijven van het open water. Dat is waar. Maar mocht je (of je boot) daar nu eens écht in gevaar komen te verkeren, dan kan het toch zomaar gebeuren, dat de KNRM je niet als eerste bereikt. Als je leven er op zo’n moment van afhangt, zal je blij zijn, dat die commerciële redder er dan toch maar is. Misschien zouden we – de KNRM incluis – daarom eens minder moeilijk moeten doen over de hulp van de beroepsberger. En hem z’n plaats en werk gunnen. Want deze kan alleen maar redden, als hij ook wat kan verdienen aan eenvoudig sleepwerk. Wie het grote water op gaat neemt extra risico, en dient de bijbehorende konsekwenties te accepteren. Zo simpel is dat. Daaronder valt ook een goede verzekering voor hulp op commerciële basis. Het is erg jammer, dat de minister er onlangs niet in is geslaagd de ruzie tussen Noordgat en KNRM te beëindigen. Met de inzet en het werk van de commerciële berger en redder is namelijk niets mis.

Met vriendelijke groet,

Bert Kuijpers,
schipper van Nauticlink

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang wekelijks ons watersportnieuws-overzicht