Informatie voor de watersporter

Vervlogen werelden verzand in een moeras

Drie eeuwen geleden hadden de kustplaatsen aan de voormalige Zuiderzee gezond getijdenwater vol vis voor de deur. Men bevoer vanaf de ongelooflijk welvarende Westfriese kuststrook de wereldzeeën. Wie zou daar toen ooit hebben kunnen vermoeden dat het nageslacht nog eens zou vastlopen in de waterplanten? Sinds deze maand zelfs tot in de haven van Hoorn aan toe! Hoe de wereld kan veranderen.

Een zomer waarin ik het boek ‘Pittoreske reis langs de dode steden van de Zuiderzee’ las. Het is geschreven door Henry Havard in – schrik niet – 1874. Het boek is een aanrader voor iedereen die op het IJsselmeer en Markermeer vaart en een zwak voor het verleden heeft. Het geeft een fantastisch cultuur-historisch besef van het hele vaargebied. Reden dat de IJsselmeervereniging het boek in 2012 opnieuw heeft uitgegeven ter gelegenheid van haar 40-jarig jubileum.

Denk niet, dat het boek lekker wegleest als een thriller. Nee, er staan knap langdradige geschiedkundige verhandelingen in en ellenlange beschrijvingen. Maar dat hoort bij die tijd. Het was toen zonder foto of film immers de enige manier om ‘een beeld van de omgeving en omstandigheden’ te schetsen. Je vaart mee in het kielzog van de Fransman Havard, die van reizen en schrijven z’n werk had gemaakt, en de achtergronden wilde ontdekken van de teloorgang van de eerdere rijkdom van de Zuiderzee-steden. Dankzij zijn bereisdheid komt hij tot extra interessante observaties. Havard vertrok met de ‘oud-zeekapitein’ Van Heemskerck, die een ‘tjalk van 60 ton en drie voet diepgang’ had gevonden, om met name ‘het land te bestuderen’.

De Zuiderzee zonder Afsluitdijk had een Wad-achtig karakter en lag vol gevaarlijke zandbanken. ‘We passeren Pampus, de vuurtoren van het IJ en dan bevinden we ons op volle zee…’, om even in de stemming te komen. Zo maar hapsnap een paar zaken, die Havard destijds zijn opgevallen:

  • ‘Men leeft lang op Marken, ik ontmoet veel mensen van 80 jaar en ouder.’
  • Op Marken kun je Frans spreken met de bevolking.
  • Al in 1649 exporteerde Edam een half miljoen kilo kaas ‘in rode schil’ naar heel Europa. Toen telde de stad 25.000 inwoners, in 1874 ‘samen met Volendam’ nauwelijks 5.000.
  • Hoorn was halverwege de 19de eeuw nauwelijks 10.000 inwoners groot, maar de eeuwen daarvoor tijdens haar grote bloei woonden er wel 25.000 mensen. De periode dat de ontdekkingsreizigers Tasman, Coen, en Schouten (die Kaap Hoorn z’n naam gaf) er het levenslicht zagen.
  • Enkhuizen had in de bloeiperiode 60.000 ‘nijvere en actieve’ inwoners die bijdroegen aan de rijkdom en macht van Holland, rond 1870 is dit aantal gedaald tot 5.000.
  • In de haven van Enkhuizen werden in de goede tijd wel ‘een duizendtal‘ schepen bemand.
  • Over het Enkhuizen van 1874: ‘de aanblik van krotten, verlaten onderkomens en instortende huizen’.
  • Havard constateert dat de Friezen de hardnekkigste rokers ter wereld zijn: ‘Het is geen zeldzaamheid een knulletje op weg naar school een sigaar te zien roken.’ Een bescheiden roker consumeert nooit minder dan drie- tot vierhonderd sigaren per maand. De Friezen gingen als eersten in Europa de pijp gebruiken.

En zo zijn we het IJsselmeer nog lang niet rond. Dit is maar een greep. En inderdaad, dit boek gaat dus niet over de trim van uw zeilen, of hoe u uw dieselmotor zelf kunt onderhouden. Het is een geschiedkundig boek over onze maritieme cultuur. Over mensen, boten, en water. Eeuwen geleden op hetzelfde stukje aarde, waarop wij nu nog leven en varen. Tenminste, zolang de waterplanten ons het varen in het gebied van deze vervlogen werelden nog toestaan.

Met vriendelijke groet,

Bert Kuijpers,
schipper van Nauticlink

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang wekelijks ons watersportnieuws-overzicht