Misschien is het aan u voorbijgegaan, maar de Raad voor de Scheepvaart heeft afgelopen september haar 100-ste verjaardag gevierd. Met een opgeknapte site, een symposium, een feest, een boek “Raad voor de Scheepvaart, 1909-2009” (15,00 euro) en de tentoonstelling ‘Leren uit Leed’ in het Maritiem Museum in Rotterdam (nog tot 7 februari). De Raad zet zich op basis van de Schepenwet in voor onze veiligheid op zee. En doet in het openbaar uitspraken over ongelukken, waarvan iedereen tot op de laatste letter kan meegenieten. Toetssteen hierbij is de ongeschreven norm van ‘goed zeemanschap’.
De Raad, die ook tuchtrechtelijke maatregelen kan opleggen, is een afspiegeling van alle mogelijke betrokkenen. Van juristen en reders tot kapiteins, scheepswerktuigkundigen en vissers. Interessant zijn de uitspraken (onder ‘agenda’), het archief, en de jaarverslagen. En moet gezegd, daar kun je ook als schipper van een plezierjacht regelmatig iets van leren. Voorbeeldje is de gijp van het Nederlandse zeilpassagiersschip ‘De Albertha’ (2008), waarbij vijf passagiers in de Oostzee tuimelden. Er blijken in de vele kleine hoekjes aan boord even zoveel ongelukken te kunnen schuilen. Elk zaak wordt zo uit elkaar getrokken, dat het ongeluk zowat een logische en onvermijdelijke gebeurtenis wordt. Bewuster van gevaar kan de Raad u niet maken. En dat komt de veiligheid van pas. Als de Raad voor de Scheepvaart de komende 100 jaar zo doorgaat, blijft het een nuttig instituut.
