Begin dit jaar trok een bericht over ‘Lisa’ mijn aandacht. ‘Mysterieuze boot dobbert op de Mooie Nel‘. De Mooie Nel? Dat is een plas bij Haarlem. De beschrijving werkte nogal op de verbeelding. ‘Een man die zijn hond bij het Schoteroog aan het uitlaten was, zag rond zeven uur het bootje op de Mooie Nel dobberen. Het vaartuigje – met ‘Te Koop’ op de zijkant en alleen het fokje gehesen – belandde daarna in het riet. De man hoorde wel geluid, maar er reageerde niemand op geroep. Hierop heeft hij de brandweer gebeld. Twee duikers zijn het water ingegaan om onderzoek te verrichten. In het bootje stonden een lampje en een radio aan en er stond een tafel met kaas. Verder was er niemand op de boot te bekennen.’
Het riep bij mij een desolaat beeld op. Het toppunt van eenzaamheid. En tegelijk veel vragen. Misschien wel een gevalletje van zelfdoding? Nog één brokje kaas voordat de wanhoop de eigenaar in het ijskoude water deed glijden? Boten zijn sowieso altijd goed voor een hoop emoties. Veel mensen zoeken met hun boot de eenzaamheid als weldaad. Anderen zullen zich nog nooit zo alleen gevoeld hebben als op een boot. En dat gevoel zou op een waterkoude winteravond op een verlaten plas wel eens extra hard kunnen binnenkomen. Een wanhoopsdaad? De brandweer maakte het bootje aan een steiger vast.
Het zat niet mee. In elk geval niet voor het bootje en z’n nog steeds onbekende eigenaar. Want de drie dagen later meldt het Haarlemsch Dagblad nu ‘Mysterieuze boot op de Mooie Nel gezonken‘. In de paar regels tekst lezen we onder meer ‘Omdat onduidelijk was of in de tussentijd iemand de boot op was gegaan en de eigenaar sinds maandagavond nog niet te pakken is gekregen, zijn twee duikers het water ingegaan voor een onderzoek. In de boot dreef een hoop losse kleding. Er werd niemand gevonden. De brandweer heeft dit keer wel een identiteitsbewijs op de boot aangetroffen…’
Later lees ik in Dichtbij, dat de politie denkt dat het om een ‘kwajongsstreek’ zou gaan. Gelukkig maar. In een maatschappij vol verleidelijke prikkels hebben ook ‘kwajongens’ kennelijk nog steeds behoefte aan afzondering. Noem het avontuur. Op zoek naar wie je bent. Had ik een melancholieke bui, dat het ‘worst case’ scenario direct opborrelde? Misschien omdat boten zoveel met confronterende momenten van doen hebben. Met momenten dat je je realiseert dat het soms echt op jezelf aankomt. Met kansen en verloren kansen. Met macht en onmacht. Met bewondering en jaloezie.
Boten halen van alles in een mens naar boven. Want die jachthavenbranden in Limburg lijken mij bepaald geen avontuurlijke kwajongensstreek. En ook geen toeval. Zou je ook iets tégen boten kunnen hebben? Of is dit boten-doelwit een manier om slachtoffers te sparen en toch je drang ten uitvoer te brengen? Tenslotte wonen op een jachthaven nog steeds minder mensen dan in de binnenstad. De uitgebrande pechboten waren boten, die deel uit zijn gaan maken van de schimmige wereld van de pyromaan. Misschien nog goed bedoeld ook. Tegelijk een ramp voor hun eigenaren en die van de getroffen havens.
Blijven er wat betreft het mysterieuze bootje op de Mooie Nel toch ook nog een paar vragen over: hoe kan een ‘gecheckte’ boot zo maar zinken, wie waren die ‘kwajongens’ en is de eigenaar intussen achterhaald?
Met vriendelijke groet,
Bert Kuijpers,
schipper van Nauticlink