Informatie voor de watersporter
Vaarroute Dokkum Winsum

Vaarroute door het Lauwersmeer naar Winsum

Na Dokkum met z’n drie bierbrouwerijen vertrekken we verder oostwaarts richting de provincie Groningen. Een vaarroute door het Lauwersmeer, een van de mooiste meren van ons land waar we varen door oude meanderende zeearmen. Na Zoutkamp slingeren we via het Reitdiep richting Winsum, benoemd tot het mooiste dorp van Nederland.

Wildwest

Wij kiezen het Dokkumergrootdiep en laten de groene bolwerken met de molens achter ons. Keren de Elfstedentocht-rijders om in Dokkum, wij vervolgen onze tocht door het noorden van het land. Na de brug van de Rondweg, de N361, begint het diep loom te slingeren door de weilanden. Dan verschijnt aan bakboord een tafereel dat we in ons geordende land niet vaak tegenkomen. Hier staat aan het water een voormalige steenfabriek waar vergane glorie en pogingen tot nieuwe glorie wedijveren met de tand des tijds. Aan de kade liggen vrachtschepen waar de bomen uit het ruim groeien. Hier heeft de tijd stilgestaan en doet de natuur verwoede pogingen de regie over te nemen. We kijken onze ogen uit en voor we het weten is dit stukje wild westen weer achter ons en varen we weer tussen de weilanden. Wegens de dikke zeeklei leggen boeren bolle akkers aan met greppels om het water dat op de klei blijft staan af te voeren. In het land liggen aan beide zijdes van het vaarwater stukken van een historische zeedijk. Verschillende bochten van het Dokkumergrootdiep zijn rechtgetrokken. 

Het Lauwwersmeer op

Plots wordt het vaarwater breder en komen we bij de oude zeesluis van Dokkumer Nieuwe Zijlen. Aan bakboord is een kade waar we kunnen pauzeren. De verschillende horeca-gelegenheden gaan pas later op de dag open, dus we genieten van onze eigen koffie aan boord. Zijn we weer op krachten gekomen, dan varen we eerst een stukje terug, de sluis waar wij liggen werkt alleen als schutsluis. Via de Willlem Loréslûs komen we in een nieuw vaargbied en gaan we een van de oude zeearmen van de Lauwerszee op. Het Dokkumerdiep slingert nu lamngs rietvelden en al snel wordt het water breder. Maar let op, buiten de uitgezette geul bevindt je je op voormalige slikvelden en zandbanken, kortom: ondiep.

‘Een visje in Lauwersoog’ 

We volgen de groene boeien aan bakboord. In het Lauwersmeer leeft de grootste roofvogel van ons land, de zeearend, ook wel de vliegende deur genoemd. Vaak zitten ze in de bomen aan stuurboord. Eenmaal op het meer blijven we noord varen en naderen Oostmahoorn. Achter de dijk is een groot huisjespark. Op de dijk zien we het paviljoen La Barca en verderop de Gouden Stek. Wie toe is aan een kop koffie of iets sterkers kan de boot hier aan de steiger leggen en genietend van het uitzicht over het meer een welverdiende pauze inlassen. Voor vandaag hebben we nog een uurtje te varen als we verder gaan richting Lauwersoog. We varen verder noord en houden de Schuldinkplaat, ook wel bekend als het Vogeleiland, aan bakboord. Nu komen we op het Nieuwe Robbengat. Hier is de sluis naar de Waddenzee maar wij blijven op zoet water. In de grote jachthaven Noordergat kort een passantenplek 1,50 per meter. We kunnen ook doorvaren en kijken of er in de Museumhaven Booze Wijf nog plaats is. 

Ligt de boot stevig aan de kade, dan hoeven we alleen de dijk over te steken om in de rauwe sfeer van de Lauwersoogse vissershaven te komen. Hier liggen niet allen de trawlers, er worden netten gerepareerd, schepen gelost en voorzien van nieuw ijs, en zelfs schepen gebouwd. In de winkel van de CIV Lauwersoog, de Coöperatieve In- en Verkoopvereniging, is no-nonse werkkleding te koop zoals het onverwoestbare Guy Cotten oliegoed. We lopen rechtsom een rondje om de vissershaven. Bij ‘t Ailand zijn wadvistochten te boeken. Jan en Barbara Geertsema-Rodenburg serveren hier duurzaam gevangen vis en andere lekker hapjes uit de Waddenzee. 

Zoutkamp

Houten visserskotter

We overnachten in Lauwersoog en de volgende morgen varen we eerst terug naar het Lauwersmeer. Let weer op de kaart en de boeien want in het midden van het meer ligt ook een ondiepte. We varen eerst zuid en buigen dan langzaam af naar bakboord om uit te komen op de Zoutkamperril. In het natuurgebied aan stuurboord heeft Staatsbosbeheer een veld vol stieren van het Schotse Hooglander-ras. Het lage loeien en grommen van deze imposante dieren is al van verre te horen. De dieren hebben een duidelijke onderlinge rangorde. 

We varen op de grens tussen Frieland (zuidelijke deel van het vaarwater) en Groningen aan de noordkant van het water. Zoutkamp heeft nog veel van een zeehaven met een hoge historische sluis. We komen op een kruispunt met vier vaarwegen. Aan bakboord is de jachthaven. Van de overige drie nemen wij de middelste, we gaan rechtdoor naar het Reitdiep. Zoutkamp heeft een heerlijk visserijmuseum waar ook nog een echte houten visserskotter in staat. In Zoutkamp kan ook prima geluncht worden. Verlaten we de zoute sferen, dan gaan we het binnenland in. Bij het gemaal De Waterwolf  in de plaats Electra moeten we weer schutten. Het Reitdiep, voor eeuwen toegangsweg tot de stad Groningen, slingert door het Groningerland. Hier varen we nog echte omega-bochten. 

Vier tapperijen

Na de brug van Roodehaan en meerdere slingers komen we bij het sluisje van Aduarderzijl, een historische plek. Het gehucht ontstond in 1285, er was een klooster. Maar Aduarderzijl was door haar positie ook van strategisch belang. Zo werd er in 1501 tijdens de twisten tussen de Schieringers en Vetkopersdoor door de Saksen in opdracht van de stadhouder van Friesland een zogenaamd blokhuis. Op de plaats van deze vesting staat nu de witgepleisterde sluiswachterswoning, waarvan het oudste deel stamt uit 1680. Rond 1880 was het trouwens een stuk gezelliger in Aduarderzijl, er stonden er vier tapperijen in het gehucht (een op elke 5 huizen), waaronder het waarhuis, waar de sluiswachter ook borrels schonk. Die schonken aan mensen zoals wij, bootjesvolk. Schippers die moesten wachten op het juiste tij om door de sluis te gaan. 

Veerhuis Hammingh

Veer, logement, boerderij en scheepssloperij 

Voor deze historische bezienswaardigheid waren we de afslag van Schaphalsterzijl al gepasseerd. Deze route leidt naar Winsum, onlangs uitgeroepen tot het mooiste dorp van ons land. Voor het Winsummerdiep ligt een brug van 3,20 meter. Kunnen we er onderdoor, dan brengen we een bezoek aan dit dorp met fijne horeca als cafe-restaurant ‘De jongens uit de buurt’ bij de camping aan het begin van het dorp, of herberg de Gouden Karper in het centrum. 

De zeilers die hun mast niet kunnen strijken varen door naar Garnwerd, waar een bezoek aan het statige Bij Hammingh niet mag ontbreken. De familie Hammingh nam in 1835 de exploitatie van veer, logement, boerderij en scheepssloperij over en bouwde in 1876 dit veerhuis. 

Dit bericht is geschreven door Klaas Wiersma, onafhankelijk watersport journalist voor Nauticlink. Wil je reageren op dit bericht? Laat hieronder een reactie achter of stuur Klaas Wiersma een e-mail via nieuwsdienst@nauticlink.com of contact hem via linkedin

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang wekelijks ons watersportnieuws-overzicht