Dat Krimpen aan de Lek ooit een zeevarend dorpje was, is bepaald niet algemeen bekend. In de zestiende begon het al met de haringvisserij, in zeventiende eeuw gevolgd door de ‘fluitschepen’ die naar het Noorden trokken op walvisjacht. In de negentiende eeuw geeft hoofdonderwijzer A. Hoorweg extra lessen zeevaartkunde. Met zulk succes dat hij in 1857 een goed bezochte particuliere ‘Zeevaartkundige school’ opent in de Dorpstraat. Hij doceert uit eigen bron. Want eerder schreef hij twee gedegen zeevaartkundige boeken 1839: ‘Kort begrip der stuurmanskunst’ (1939) en ‘Gronden der Zeevaartkunde'(1848). Slim bekeken. Een gehele reeks van stuurlieden en kapiteins heeft zich daar op z’n examens voorbereid. U leest het op de site van de historische vereniging Crempene. Wij ontdekten deze geschiedenis dankzij het initiatief van een achter- achterkleindochter Riet van der Hoog van één van deze stuurmannen, Pieter van der Hoog (1835-1906). Zij probeert het leven van deze boerenzoon, die stuurman en later reder werd op een website te reconstrueren en is daar al behoorlijk in geslaagd. Het is een op afstand romantische verzameling van wapenfeiten als gevolg van de industrialisatie. Het is het verhaal van barken, fregatten en clippers, en van de eerste ijzeren schepen. Vanaf 1885 in Krimpen gebouwd op de werf van Jan & Kornelis Smit Jz.. Tot de 85 meter lange viermastbark Geertruida Gerarda (1902) aan toe. U moet het echt zelf verder ontdekken op Pieter van der Hoog
