Informatie voor de watersporter
Knoop in de schoot of niet?

Veilig varen: ken je knopen en steken

Elke watersporter krijgt te maken met het fenomeen ‘knopen’. Motorbootvaarders om de boot vast te leggen of een sleeplijn te maken voor de bijboot, zeilers hebben nog veel meer knopen nodig. Een goede knoop is makkelijk te leggen en moet goed vast blijven zitten. Maar het is minstens zo belangrijk dat een knoop er weer makkelijk uit te halen is. Een goede knoop gaat niet knellen, tenzij je dat wilt natuurlijk. Ook is het belangrijk dat de lijn niet te veel slijt. Om veilig te varen kun je de volgende knopen en steken goed gebruiken.

Kikkersteek of beleggen op de bolder

Een van de meest gebruikte knopen als je gaat varen is de knoop waarmee je het landvast om de kikker of bolder belegt. Dit kan op allerlei manieren en als de lijn vast blijft zitten is het gewoon goed. Maar er is ook wat voor te zeggen om het volgens het boekje te doen. De lijn slijt het minst, hij is snel weer los te krijgen en als er twee lijnen op de kikker moeten worden vastgemaakt, heeft elke lijn het minimum aantal slagen om de kikker.

We beginnen met de lijn om de kikker heen, dus onder beide armen van de bolder door. Dan gaat de lijn twee keer schuin over de bolder. De derde keer gaat het losse eind onder de laatste overslag door. Die knijpt de lijn dicht op de twee onderliggende touwen, zodat de lijn niet over het staal schavielt. Het kan ook iets sneller, dan gaat de tweede keer dat de lijn schuin over de kikker gaat al onder het laatste eind door.

Bij zwaardere schepen bestaan de kikkers vaak uit een stalen paal met twee uitsteeksels. Sla dan de lijn eerst een paar keer om de paal voordat je de kruisslagen maakt.

De halve steek

Dit is vaak de eerste knoop die watersporters leren. Hij wordt gebruikt om een lijntje ergens aan vast te maken. Haal de lijn door het oog, sla die om het vaste einde en trek ‘m dan tussen oog en zichzelf door. Deze steek gebruik je om iets snel vast te maken. Komt er echter wat beweging op de knoop, dan slipt ‘ie snel los. Een oplossing kan zijn om er nog een halve steek bij te leggen, maar ook die schiet los. Dus niet een van de beste knopen tijdens het varen.

Toch is er een manier om deze knoop wel sterk te maken. Dat is om in het losse eindje ook een halve steek te leggen. Een klein eindknoopje dus. Zo kan de lijn niet meer door de knoop slippen. Deze oplossing staat in geen enkel boekje, omdat de knoop niet zo makkelijk los gaat. Toch is dit een betere knoop om de fokkeschoot aan het zeil vast te maken dan een paalsteek. Ook de paalsteek gaat na een tijd zeilen met klapperen en slaan aan de schoothoek los.

Paalsteek

De paalsteek is de lastigste knoop om te onthouden, vooral omdat er meerdere handelingen nodig zijn om hem te leggen. Met de paalsteek maak je een lus in het einde van een lijn. Deze knoop is ontzettend sterk en tegelijkertijd makkelijk weer los te krijgen. Hoe ga je te werk?

Maak in het vaste eind, een stuk van het eind af, een lusje of een rondje. Nu wil je met het losse eind ‘het vaste eind door het lusje heen trekken’. Dat is de gedachte van de paalsteek. Dus ga je vanaf de kant waar het vaste eind boven ligt met het losse eind door het lusje, haal deze lijn achter het vaste eind langs en terug door het lusje. Trek strak en klaar. Er zijn zeilers die een paalsteek kunnen werpen, maar die hebben dat waarschijnlijk geleerd in de gevangenis of op een oceaan-oversteek met te veel bemanning aan boord.

Mastworp

Om een lijn aan een paal, zoals een mast of een giek, te maken gebruik je de mastworp. Haal de lijn om de mast, het losse eind komt onder het vaste eind weer terug. Nu gaat de lijn boven de vaste lijn opnieuw om de mast en haal je het losse eind onder zichzelf door. Wil je dat deze lijn niet heen en weer kan bewegen langs de mast, dan maak je nog een derde slag over de bestaande slagen. Dus die gaat weer naar beneden.

Achtknoop

Aan het einde van de schoot zit vaak een achtknoop. Een halve steek waarbij je het einde nog eens rond het vaste eind haalt voordat die door z’n eigen lusje wordt getrokken. Overleg voor je de knoop in de schoot legt even met de schipper of er met een knoop in de schoot wordt gezeild. Bij een ‘ontsnapte’ spinnaker is het misschien prettiger als de schoot geheel uit de blokken schiet, dan dat deze zorgt voor een ballon ver van de boot.

Platte knoop of oud wijf

Met een platte knoop maak je twee lijnen aan elkaar vast. Je begint net als je je veters strikt door beide lijnen achter elkaar langs te halen. Dat doen we vervolgens nog eens. Maar links en rechts van de knoop moeten de einden naast elkaar liggen. Gaat er eentje onder en de ander boven, dan heb je een oud wijf gemaakt. Die is lastig los te krijgen, terwijl je een platte knoop wel makkelijk los krijgt door de lijnen naar elkaar toe te duwen. De platte knoop wordt vaak gebruikt om de reefknuttels aan elkaar te maken.

De platte knoop kan losraken. Bij het verbinden van twee anker, – of sleeplijnen kun je ook de visserman-knoop gebruiken. Leg met het ene eind een simpele halve steek om de andere lijn. Met de andere lijn doe je nu hetzelfde bij de ene lijn. 

Nu weet je hoe je tijdens het varen de verschillende knopen en steken moet maken. Meer lezen? Bekijk eens dit artikel: Veilig varen: om hulp roepen op het water

Dit bericht is geschreven door Klaas Wiersma, onafhankelijk watersport journalist voor Nauticlink. Wil je reageren op dit bericht? Laat hieronder een reactie achter of stuur Klaas Wiersma een e-mail via nieuwsdienst@nauticlink.com of contact hem via linkedin 

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang wekelijks ons watersportnieuws-overzicht