Er staat vandaag een frisse bries rond een scheepje op de Stille Oceaan. Zeilmeisje Laura zit over haar studieboeken gebogen. Ze klapt haar boeken hard dicht. Daarna rent ze naar haar kooi en haalt er een oud stuk canvas onder vandaan. Vervolgens pakt ze al haar boeken en schriften en bindt die bij elkaar met een persenning, een touw dat de op de giek opgerolde zeilen bijeen houdt. Ze zet koers naar een diepe trog. Het kost haar vier dagen en een halve dag windstilte voor ze op het gewenste punt is aangekomen. Daar kwakt ze al haar schoolmateriaal de peilloze diepte in. Eindelijk helemaal vrij!
Op diezelfde dag zit de oude zeezeiler Henk de Velde bij Pauw en Witteman. Ja, hij is toch teruggekomen van de reis die nooit meer zou eindigen. Want zijn zoon heeft hem gemist. Dat heeft hij voor het eerst in zijn leven gemerkt, dat iemand hem kan missen. En dat heeft hem toch wel iets gedaan. “Bovendien”, zo voegt de zeezeiler eraan toe, “is het geld op.” (Column BN/deStem)