Informatie voor de watersporter

Redden met de riemen die je had

Voor generatie Z (geboren tussen 1997 en 2012) betekent een eeuw geleden zo’n beetje de oertijd. Maar voor negentig-plussers lijkt een eeuw terug alsof het gisteren was. Een gedachte die bij me opkomt, nu ik de hand heb weten te leggen op ‘De Reddingboot No. 35, Januari 1933’. Het betreft ‘Mededelingen van de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding-Maatschappij’ opgericht in 1824. Deze NZHRM (foto’s Nationaal Archief) zou in 1949 nog het predicaat ‘Koninklijk’ ontvangen en in 1991 fuseren met haar voornamelijk Zeeuwse evenknie KZHMRS tot de KNRM van nu. De uitgave staat vol verslagen van reddingen. Stuk voor stuk verhalen die je met je neus op de stormachtige technische ontwikkelingen van de afgelopen eeuw drukken. Ontwikkelingen in de beroepsvaart, de allereerste pleziervaart en het reddingwezen. Wat er al niet kan gebeuren in een (heel) lang mensenleven.

NZHRM Hoek van Holland 1921 (foto Nationaal Archief)

Tot een honderd jaar geleden werden er nog heel wat mensenlevens gered van op ondiepten en zandbanken verdaagde zeilschepen. Maar in de Reddingboot No. 35 stelt men vast, dat ‘nu de zeilschepen nagenoeg verdwenen zijn en vervangen door stoom- en motorschepen, strandingen op de vaste kust waarbij roeireddingboten dienst zouden kunnen doen, zelden voorkomen‘. De roeireddingboot is ‘niet meer een reddingmiddel dat op de hoogte is van de tijd. Daarom zullen ook langs de stranden op de belangrijkste plaatsen de roeireddingboten geleidelijk moeten worden vervangen door motorreddingboten‘, luidt de conclusie. Op dat moment is de NZHRM al een achttal motorreddingboten rijk, die alle vanuit een haven starten.

De opkomst van de motorreddingboot brengt ook emotie met zich mee. ‘De roeireddingboten hebben een eervolle geschiedenis achter zich, een geschiedenis die stamt uit den zeiltijd, toen het gevaar om te stranden zooveel groter was. Moeilijke gevaarvolle tochten werden door de kleine, betrekkelijk weinig zeewaardige roeireddingboot ondernomen naar zeilschepen die waren gestrand, soms vlak bij de kust, soms op buitenbanken. Het kwam ook voor dat de roeireddingboot machteloos was tegenover de hooge brandinggolven en de toeschouwers op het strand moesten zien, hoe één voor één de menschen van het gestrande schip, die hun toevlucht in het tuig hadden gezocht, zich niet langer konden vasthouden, en verkleumd en verstijfd, soms doodgevroren in zee vielen. Moge het betreurd worden dat ook bij het reddingwezen de menschelijk kracht en die van paarden wordt vervangen door de kracht van den motor, het kan niet anders, wil men op de hoogte blijven van den tijd.

Maar het vervangen van een strandroeireddingboot door een gemotoriseerde versie was destijds ingewikkelder dan nu misschien lijkt. Nee, over de benodigde financiële middelen lezen we niets, maar wel over de uitdaging van de lancering van de veel zwaardere reddingboot vanaf het strand. Aan de noordzijde van de haven van IJmuiden werd in 1932 de eerste motorreddingboot gestationeerd, die van het open strand te water moest worden gelaten (de ‘Eierland’ op Texel was weliswaar van hetzelfde type, maar deze kon gelanceerd worden op een plaats zonder branding). De proef draaide om de vraag hoe succesvol de tewaterlating van een motorreddingboot van 4500 kilo door een motortractor kon zijn. Zou deze de tewaterlating van een roeireddingboot van 1800 kilo door tien paarden kunnen evenaren? De proef slaagde wonderwel. De wijze van in zee brengen door tien paarden verdiende in sommige opzichten nog de voorkeur, maar vanwege de verminderde beschikbaarheid van paarden, ziet men zich al snel ‘wel gedwongen over te gaan tot motortractors‘.

(foto VVV Ameland)

Tegelijk schrijft ‘De Reddingboot’ in 1932 dat voor de hulp op korte afstanden de roeireddingboten ook nog nodig zullen blijven. Al was dat misschien louter om de eerste generatie redders gunstig te stemmen en erbij te houden. ‘Het uitrukken van een roeireddingboot door acht of tien paarden is een indrukwekkend gezicht, waarvoor flink geoefend moet worden en de bemanning kan tonen wat zij kan. Een plaatselijke KNHRM-Commisie schrijft: Het was een prachtoefening, hooge zee, geweldig veel water aan het strand, honderden menschen, de wind stormachtig uit Zuidwest. De boot is helemaal buiten geweest over de derde bank, bootsman en bemanning alles wel, een kranige prestatie. Dit is de geest, die bij het Reddingwezen, waar ieder vrijwillig zijn diensten geeft, behoort, en die ook als riemen niet meer zullen bestaan en de motor overal regeert, tot volle uiting zal kunnen komen.’

De lancering van de vroegere roeireddingboten door paarden is nog steeds even indrukwekkend als toen. Wie het eens wil meemaken kan zowat het hele jaar door in Ameland terecht. Nog maar een eeuw later, maar nu als folklore…

De komende tijd varen we, eind augustus zijn we terug. Ik wens je een mooie zomer, goede wind en een behouden vaart!

Met vriendelijke groet,
Bert Kuijpers,
Opstapper van Nauticlink

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang wekelijks ons watersportnieuws-overzicht