Op het Caribische eiland Martinique – nog steeds een stukje Frankrijk – zijn ze gek van de ‘yoles rondes’ en de jaarlijkse ‘Tour de la Martinique’ met die apparaten. Van oorsprong is de Yole een boot voor lokale vissers en transport. Het bijzondere van de boot is dat het zeil slechts een rechte lap is, en de boot bankloos is. De bemanning van 7 tot 14 personen ligt, zit, of hangt buitenboord op de ver uitstekende dwarsbalken om de Yole recht te houden. Bij het wisselen van boeg verschuiven de balken mee naar het andere boord. Een forse roeispaan fungeert als roer. De boten hebben geen kiel of ballast, maar kunnen toch tot ruim 80 vierkante meter zeil dragen. Aanvankelijk werden er wedstrijdjes gevaren tussen een paar toevallig bevriende ‘yoleurs’. Groeiend enthousiasme heeft ervoor gezorgd dat het Yole-zeilen nu een activiteit voor het hele eiland is, waarbij de verschillende kustplaatsen hun onderlinge krachten meten. Er zijn zo’n twintig clubs. Alle ‘yoleurs’ behoren nog steeds tot de authentieke Martiniquaise bevolking en de boten van elf meter zijn nog even massief gebouwd als vroeger. Deze van dik-hout-zaagt-men-boten bouwwijze met hakbijl (..) wordt overgedragen van generatie op generatie. Al het hout komt ook uit de bossen op Martinique. Vindingrijke oplossingen tijdens de bouw – zonder tekening of model en puur op het oog – blijven discreet bewaard in de familie van de timmerman. Daardoor is deze speciale Yole tot op de dag van vandaag een typisch Martiniquaise vaartuig, en is het nu de bedoeling dat de hele Yole-beweging immaterieel cultureel UNESCO-erfgoed wordt. Toch staat de tijd niet stil, want er zijn Yoles met een gemixte bemanning en men durft zelfs hardop te denken aan een 100 procent vrouwen Yole… Bovendien heeft men afgelopen maand een wedstrijd georganiseerd met kopstukken uit de oceaan-zeilerij als Loïck Peyron en Jean Le Cam: de Defi Yoles Martinique. En onderschat de ‘Tour des Yoles‘ niet. In 2019 trokken de acht etappes rond het eiland meer dan 100.000 bezoekers. En hoe lokaal ook, het zomerse circus zou zo’n 10 miljoen euro bijdragen aan de economie van het eiland.
