Informatie voor de watersporter

Geen Fries die meer weet wat een authentiek skûtsje is

Eind juni stond er in ‘Net Ontdekt‘ een stukje over de Friese skûtsjes en de verschillende wedstrijdcircuits. Over de ‘Iepen Fryske Kampioenskippen Skûtsjesilen‘ (IFKS) met z’n wat meer flexibele ‘scheepsuitrusting’, en het circuit van de ‘Sintrale Kommisje Skûtsjesilen‘ (SKS) waarin het skûtsje moet voldoen aan een strenger ‘originaliteitsreglement’.

‘Helder, een open klasse en een éénheidsklasse met originele skûtsjes’, denk je dan. Onwetend van het smeulend vuur van de strijd om de rechte leer in de wereld van de skûtsjes. Voor een Hollander is een skûtsje ten slotte eerder een leuk folkloristisch verschijnsel, dan een vaartuig dat de wereld splijt in Rekkelijken (IFKS) en Preciezen (SKS). Want wat blijkt? De calvinistische godsdienststrijd in de zeventiende en achttiende eeuw rond de ‘voorbeschikking’ is nog springlevend. Het blijkt nog altijd rechtlijniger te kunnen, dan rechtlijnig. De discussie wanneer zelfs de ‘Preciezen’ niet precies genoeg zijn, woedt nog steeds voort. Als het om het enige échte skûtsje gaat…

Er zijn namelijk skûtsje-fanaten, die zich geel en groen ergeren aan die zogenaamde originele skûtsjes van de ‘Sintrale Kommisje Skûtsjesilen‘, de Preciezen. Ze geven geen cent om het SKS-originaliteitsreglement. Schipper Pyt Dillingh van de ‘Twee Gezusters‘ uit Akkrum (‘een pas écht authentiek skûtsje uit 1897’) is een representant van deze ‘extremisten’ (..). “Bij de SKS is geen enkel schip nog authentiek. Ze zijn 100 procent niet-origineel. En dat geldt ook voor de snelste schepen van de IFKS,” beweert hij doodleuk. Dillingh schrijft in zijn brandbrief over de zogenaamde authentieke wedstrijdskûtsjes:

  • De verhouding van opzij verschilt totaal van het authentieke vrachtskûtsje.
  • Het voor- en achterdek is veel groter, de luikenkap veel kleiner.
  • De mast (zonder contragewicht) is naar achteren verplaatst, en is veel langer. Evenals de giek.
  • De fok is dus veel groter, en grijpt niet aan bij de hommer (= verdikking onder de bevestiging van de zijstagen bovenin een mast), maar hoger op de masttop.
  • Het vlak van die schepen bevat doorgaans geen klinken. Of deze zijn weggeplamuurd.
  • Ze hebben tal van verlengingen, niet-authentieke onderdelen en dubbel-coated zeildoek.

Dillingh vraagt zich hardop af hoe je met die zogenaamde originele SKS skûtsjes überhaupt nog vracht zou kunnen vervoeren met een bemanning van ‘anderhalf’ of twee personen. “Een authentiek skûtsje is een vrachtschip, en dit zijn primair wedstrijdschepen, uitgevoerd als jacht.” In navolging van het onderscheid tussen de Lemsteraak en het Lemsteraak-jacht, zou je dus eigenlijk moeten spreken van het skûtsje-jacht.

Ooit was er sprake van om veertien nieuwe ‘identieke skûtsjes’ te bouwen om de SKS-wedstrijden eerlijker te maken. Dilling: “Dat ging niet door. Gelukkig dacht ik toen. Maar nu denk ik wel eens, dat het wellicht veel authentieke schepen zou hebben gespaard.” Zelfs Friezen vragen Dillingh nu wel eens ongelovig of zijn eigen ‘Twee Gezusters’ toch wel een echt authentiek skûtsje is. Zodoende denkt hij meer en meer, dat met al die skûtsje-gekte Friesland haar eigen varend erfgoed aan het verkwanselen is.

Tja, wat is nu nog een écht skûtsje, als de Friezen het zelf al niet eens meer weten? Als de termen ‘origineel’ en ‘authentiek’ in SKS-kringen inderdaad ook al nuancering behoeven, vraag ik mij af waarom die twee circuits eigenlijk niet samensmelten. Maar ja, zie ‘Rekkelijken’ en ‘Preciezen’ maar eens op één skûtsje te krijgen.

Met vriendelijke groet,

Bert Kuijpers,
schipper van Nauticlink

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang wekelijks ons watersportnieuws-overzicht