Delft – De klappen die kleine, snelle zeegaande boten op de golven maken, zijn desastreus voor mens en machine. Lex Keuning ondervond dat aan den lijve; tijdens een snelle tocht op zee werden zijn beide knieën verbrijzeld. Zijn revolutionaire ideeën die een snelle boot op ruwe zee soepeler laten varen, worden inmiddels internationaal gewaardeerd.
Snelle boten zijn gewild bij bedrijven en overheidsdiensten, weet Keuning, universitair hoofddocent van het Ship Hydromechanics Laboratory van TU Delft. „Politie, douane, kustwacht en offshorediensten voor olieplatformen op zee maken er sinds de Tweede Wereldoorlog steeds vaker gebruik van. Met alle problemen van dien.”
Zolang ze in beschutte binnenwateren blijven, is het varen met snelle boten geen probleem. Op zee is dat echter een heel ander verhaal: snelle, kleine schepen en hoge golven gaan slecht samen, aldus Keuning. „Ze maken met hun boeg extreem harde klappen op de golven. Mensen en schepen gaan daaraan op den duur kapot. Door achter inkomende golven kunnen ze bovendien snel uit de koers raken en lopen het gevaar te kapseizen.”
Het was voor de Delftse scheepsdeskundige duidelijk dat daaraan iets moet worden gedaan. Zo begon hij in 1980 met het uitvoeren van metingen aan snelle zeegaande schepen. (Reformatorisch Dagblad)