Op 3 november nemen de vier grootste trimarans ter wereld – de Ultims 32/23 (d.i. 32 bij 23 meter) – het tegen elkaar op in een duohanded non-stop race over de Atlantische Oceanen. Ze zullen vanuit Brest een ‘acht’-baan van 14.000 mijl afleggen via Rio de Janeiro en Kaapstad over de Noordelijke en Zuidelijke Atlantsiche Oceanen. Behalve twee co-schippers zal er op elke boot ook een mediaman meevaren. Met dat laatste zijn niet alle schippers blij. Zo’n duo-handed operatie is op het menselijk vlak al een hele uitdaging voor de zeilers op het uiterste van hun kunnen. Een derde persoon – ook al zal deze zich niet bemoeien met de zeilerij – zal de verstandhouding hoe dan ook beïnvloeden. De organisatie denkt dat de snelheidsmonsters in 28 tot 30 dagen rond kunnen zijn. Het gaat om de volgende schippers en boten: Thomas Coville en Jean-Luc Nélias (Sodebo Ultim 3), Franck Cammas en Charles Caudrelier (Maxi Edmond de Rothschild), Yves Le Blevec en Alex Pella (Actuel Leader) en tenslotte François Gabart en Gwénolé Gahinet (Macif). Stuk voor stuk superervaren zeilers. Het mediawerk aan boord zal overigens niet simpel zijn, wanneer deze trimarans met 30 tot 40 knopen (twee maal zo snel als een Volvo Ocean Racer) over zee zullen schieten. Ook een drone laten opstijgen met een snelheid van 35 knopen vergt ervaring, en helemaal het weer aan boord terugkrijgen van het ding. Om de drone op te vangen zal de mediaman dan wel even de hulp van één van de zeilers nodig hebben. Het risico een drone te verspelen is niet denkbeeldig. De boten willen daarom de afspraak maken elk twee machines mee te nemen. Brest Atlantiques
