Informatie voor de watersporter

Vaarbestemming Vollenhove Waterloopbos

Een watersporter verdrijft z’n tijd graag op het water. Soms vraag je je af, hoe dat zo is ontstaan. Mijn band met het water is al in mijn jongste jaren geactiveerd. Niet eens zo positief. Zwemlessen om zeven uur ‘s ochtends in het ijskoude water van het Naardense buitenbad was geen pretje. Ondanks de beloning van warme havermoutpap voordat je naar school moest. Het afdammen van binnenzeetjes op het verlaten strand van Terschelling, en het varen in een familiejolletje op de Kortenhoefse Plas hebben die matineuze boot camps later ruimschoots gecompenseerd. Toen kon het spel met het water niet meer stuk.

Schaalmodel Noordzeekanaal (Foto: Deltares / Waterloopkundig Lab)

Ik moest er vanzelf aan denken, toen ik mij verplaatste in de werknemers van het voormalig waterloopkundig laboratorium ‘De Voorst’ in de Noordoostpolder. Een uitzending van het VPRO-programma ‘OVT’ maakte me attent op dit sinds 2016 rijksmonument én natuurreservaat van Natuurmonumenten in Marknesse. Een leven lang spelevaren voor je werk, óf dat jaloers maakt!

Schaalmodel IJmuiden (Foto: Deltares / Waterloopkundig Lab)

Tegenwoordig heet het gebied het ‘Waterloopbos’. De opkomst van computermodellen hebben de waterloopkundige experimenten op schaal van toen vanaf de jaren 80 beetje bij beetje overbodig gemaakt. Deltares nam de activiteiten over (herbouwde in Delft alleen een nog grotere ‘golvengoot’), en de natuur overwoekerde de verweesde havenmodellen in de polder.

Foto: Deltares / Waterloopkundig Lab

Wie het boek ‘Het Waterloopbos’ (Uitgeverij Blauwdruk, € 29,95) leest, valt gemakkelijk ten prooi aan heimwee naar vroeger en andere romantische gedachten. Je leest hoe de grondlegger van dit instituut de Delftse ingenieur Jo(hannes) Thijsse (1893-1984, zoon van de bekende natuurbeschermer Jac. P. Thijsse) vanaf 1954 heen en weer pendelt tussen ‘De Voorst’ en Delft. Thijsse was een zuinige no nonsens professor. Hij reisde per trein en bus tot Vollenhove. Hier werd hij zittend op de voordrager van een bakkersfiets – één been aan elke kant – naar het op een paar kilometer afstand gelegen kantoorgebouw ‘getransporteerd’.

De 25-meter hoge fototoren om de stroming met behulp van papiersnippers vast te leggen… (Foto: Deltares / Waterloopkundig Lab)

Aanvankelijk was het instituut voor modelonderzoek één groot pioniersbolwerk. “We moesten alles zelf maken, uitdagend maar soms ook frustrerend”. Foto’s van in het water drijvende papiersnippers moesten vastleggen hoe het water stroomde (de fotograaf klom hiervoor als een circusartiest op een 25-meter hoge stellage…). De eenvoud van de experimenten verbaast, getuige het Polygoon-journaal over de proef met het Volkerak-caisson uit 1968. Boerenzonen werden aangenomen in de functie van modelarbeider en ‘konden morgen beginnen’. In een tijd dat doorleren niet vanzelfsprekend was, heeft deze stap voor menigeen geleid naar unieke kansen en een internationaal leven. Want De Voorst groeide uit tot het internationale toonbeeld van ‘Hollands Glorie’. Als gevolg reisden z’n werknemers over de hele wereld. Behalve voor Rijkswaterstaat (Deltawerken, IJmuiden, Rotterdam – Polygoon 1956 Waterweg, Westervoort – Rijn-IJsselkop) werden er rivier- en havenmodellen gebouwd voor opdrachtgevers uit onder meer Lagos (Nigeria), Istanbul (Turkije), Thyborøn (Denemarken), Marsa el Brega (Libië), de Nijl (Egypte), en Bangkok (Thailand).

De sfeer op het voor de lokale bevolking verboden ‘lab’ was gemoedelijk. Een bijzondere mix van mensen. Je had er de ingenieurs uit Delft, de modelbouwers en hun assistenten, de timmerman, het hoofd instrumentatie (én fotograaf), de onderzoekers en natuurlijk ‘de dames van de administratie’… Zij moesten het met elkaar redden in een even overzichtelijke als geïsoleerde gemeenschap. Dat gaf een ‘familie-gevoel’ met koffie uit boerenbonte bekers, per fiets rondgebracht naar de verschillende schaalmodellen. Planken over ‘de goot’ werden weleens stiekem op scherp gezet (zodat er iemand zomaar in de sloot viel), er werd geschaatst (zelfs in 1963 door Thaise ingenieurs op bezoek) en gezwommen in de bassins. Paling werd gevangen door goten pardoes te laten leeglopen. Uit het Waterloopbos-boek begrijp ik, dat bijna iedereen er zijn hele carrière doorbracht. Ja, vind je ‘t gek?

‘Duwbak op de rivier’ (Foto: Deltares / Waterloopkundig Lab)

Je hele leven spelen met water in een idyllische omgeving. Daar moet iedere watersporter gevoelig voor zijn. Daarom is Vollenhove voor deze zomer wellicht een mooie vaarbestemming. Het 86 hectare grote Waterloopbos met zijn deels gerestaureerde 32 havenmodellen is gratis en met rondleiding te bezoeken. Lees vooraf vooral het boek en/of luister naar de radiouitzending. Dan zal dit stukje natte historie nog meer gaan herleven.

Met vriendelijke groet,

Bert Kuijpers,
Opstapper van Nauticlink

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief

Ontvang wekelijks ons watersportnieuws-overzicht